Knieklachten en hoe je ze voorkomt

3 november 2021

Klachten aan de knie komen regelmatig voor en kunnen erg vervelend en pijnlijk zijn. Op iedere leeftijd kun je klachten krijgen. Aangeboren afwijkingen, sporten, overbelasting, een val, ongeluk of slijtage: knieklachten ontstaan door verschillende redenen. Welke soorten knieklachten zijn er en hoe kun je voorkomen dat je klachten krijgt?

Welke soort knieklachten zijn er?

Er zijn verschillende soorten knieklachten. Denk aan:

Verrekte of gescheurde knieband;
Pijnlijke knie na een val of verkeerde beweging;
Gescheurde meniscus;
Gescheurde voorste kruisband;
Knieschuif uit de kom;
Pijnklachten aan de kniepezen;
Artrose in de knie;
Patellofemorale pijn (ook wel knieschijfklachten genoemd).

Knieklachten na val of verkeerde beweging

Knieklachten kunnen verschillende oorzaken hebben. Als je bijvoorbeeld valt of een verkeerde beweging maakt, kun je daarna een pijnlijke knie krijgen. De meeste mensen hebben na een val een gekneusde knie. Soms zijn de kniebanden verrekt of gescheurd. Het kraakbeen in de knie of de meniscus kunnen soms beschadigd zijn. Heel af en toe gaat de knie uit de kom. En als de knie een hele harde klap krijgt, breekt soms het bot van de knieschijf of het onderbeen of bovenbeen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij een ongeluk.

Knieklachten bij overbelasting

Als je niet bent gevallen, maar toch af en toe pijn hebt aan je knie, kan het zijn dat je knie overbelast is. Dat kan ontstaan door sporten, lang fietsen of artrose. Meestal helpt het om de bewegingen die de pijn veroorzaken een tijdje niet te doen. Bij artrose is het juist wel belangrijk dat je blijft bewegen, maar niet te lang achter elkaar. Bij overgewicht kan het helpen om af te vallen. Hoe knie-artrose precies ontstaat, is nog niet duidelijk. Wel zijn enkele oorzaken aan te wijzen. Daarvan is ouder worden simpelweg de belangrijkste. Naarmate de tijd verstrijkt, vermindert de kwaliteit van het kraakbeen, waardoor het gemakkelijker slijt. Ook kan het zijn dat je last hebt van patellofmorale pijn. Deze pijn komt vooral voor bij tieners en jongvolwassenen. De pijn wordt erger als je hurkt, knielt, lang zit met gebogen knieën, of als je traploopt.

Hoe kun je knieklachten voorkomen?

Veel knieklachten ontstaan tijdens het sporten. Bijvoorbeeld pijnklachten aan de kniepezen of gescheurde knie- of kruisband. Hoewel je een knieblessure nooit helemaal kunt voorkomen, kunnen de volgende tips helpen.

Doe een warming-up voordat je gaat sporten
Een goede warming-up zorgt ervoor dat je spieren opwarmen. Er zijn een aantal preventieprogramma’s die je in de warming-up kunt integreren en die bewezen effectief zijn. Denk aan de programma’s, ‘Opwarmen op de judomat’, ‘Blessurepreventie jong aanleren’ en ‘In 10 stappen hardloopblessures voorkomen’.
Draag goede sportschoenen om knieletsel te voorkomen
De schoenen moeten een goede schokdempende zool te hebben en een stevige hielkap (het deel van de schoen dat de hiel omsluit), waarmee de hiel goed gestabiliseerd wordt. Sommige schoenen hebben spikes: metalen puntjes onderaan de zool. Door deze puntjes zou je betere grip op de ondergrond hebben. De meeste spikes geven geen schokdemping of ondersteuning. Train dus zoveel mogelijk op gewone loopschoenen. Als je voetafwijkingen hebt, zoals bijvoorbeeld knik-platvoeten, is het slim om daar rekening mee te houden bij de aanschaf van nieuwe sportschoenen. Sommige mensen zakken met hun voeten te veel naar binnen weg bij de afwikkeling. Dan zijn speciale schoenen die dit tegengaan aan te raden. Een goede sportspeciaalzaak kan je over de aanschaf van de juiste sportschoenen adviseren.
Zorg voor een goede techniek tijdens het sporten
Zorg voor een juiste techniek bij het (hard)lopen of springen. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat je de knieën recht naar voren plaatst. Als je twijfelt of je de oefeningen goed doet, schakel dan hulp in van een professionele trainer.
Doe een coolingdown om je sportsessie af te sluiten
Beëindig je training altijd met een coolingdown door enkele minuten rustig uit te lopen en rekoefeningen te doen voor de spieren aan de voor- en zijkant van het bovenbeen. Zo voer je sneller afvalstoffen af, verklein je de kans op overbelasting en zorg je voor een beter herstel van de spieren na het sporten.